Het (bijna) verdwenen Griekenland

Marietje Wennekendonk

In 1975 verscheen in Griekenland een prachtig fotoboek van Ioannis Dimou onder de titel I Ellada pou chanete (Het Griekenland dat verdwijnt). De zwartwitfoto’s schetsten een beeld van het Griekenland dat de fotograaf had willen vastleggen voor het geheel verdwenen was. Nu, 30 jaar later, is het haast zover, maar wie goed zoekt vindt hier en daar nog nerinkjes die doen denken aan vervlogen tijden. De uitbaters ervan zijn zonder uitzondering hoog bejaard, dus het zal niet lang meer duren.

In de kourío zit de kapper op een stoel geduldig te wachten of zich die dag nog een klant zal aandienen. Een beetje beschroomd (vrouw naar de herenkapper?) loop ik naar binnen om hem wat vragen te stellen over het ambacht dat hij, naar blijkt, al 60 jaar uitvoert. Tegenwoordig, zegt hij, heeft hij alleen nog maar oude mannen als klant. De jongeren gaan naar de kommotirio, de kapsalon, en scheren zich zelf. Op dat moment komt er, als ter bevestiging van zijn woorden, een oudere heer binnen, die plaatsneemt voor de spiegel. Ik kom te weten dat hij in Soedan woont. Al twee generaties geleden is zijn familie daarheen gegaan, en hij is alleen gedurende de zomer een paar weken in Griekenland. Ik verbaas me over hoe goed en vlot hij Grieks spreekt en hij legt me uit dat hij in Soedan op een Griekse (lagere èn middelbare) school gezeten heeft. Vaardig doet de kapper zijn werk. Eerst met de tondeuse en daarna bewerkt hij bakkebaarden en  wenkbrauwen met de schaar. Dan doopt hij de punten van de schaar in een ontsmettende vloeistof en knipt voorzichtig de neusharen weg. De volgende dag zit er als ik langsloop zowaar een veertiger in de kappersstoel met een ingezeept gezicht.

Voor de rest van dit artikel zie Lychnari 5, 2005