Geraakt door een brug

Wim Oudshoorn

brug

Op zondag 1 februari stortte de boog van de bijna 150 jaar oude brug van Plaka in de Árachthos. De rivier was buiten zijn oevers getreden door de overvloedige januariregens en zou de fundamenten van To Yefyri tis Plakas ondermijnd hebben. ‘De ineenstorting heeft de zielen van Epiroten en niet-Epiroten geraakt’, schreef dagblad I Kathimeriní daags na de ramp. Dat was mild uitgedrukt want men kon bijna spreken van een nationale ramp, gelet op de stortvloed van emotionele reacties die de media overstroomde. De pas aangetreden minister-president Tsipras besloot, als een van zijn eerste regeringsdaden, dat de brug zo snel mogelijk hersteld moest worden. Van welk geld was een tweede, maar die vraag bleef niet lang hangen.

Onmiddellijk kwam een rij van bedrijven en instellingen in beweging met aanbiedingen voor financiële, wetenschappelijke en technische hulp. Vooraan stond de 28-jarige Nikos Loulis, directeur van de firma Μύλοι Λούλη – Molens van Louli, dé meelfabrikant van Griekenland en directe nazaat van Ioannis Loulis die de bouw van de oorspronkelijke brug in 1866 voor een belangrijk deel gefinancierd had. De volgende was de directeur van Vinci, de firma die de moderne brug Rion-Andírion, over de straat van Korinthe, had gebouwd en nu in beheer heeft. Ook hij een Epiroot die de teloorgang van de grootste en mooiste eenbogige brug van de Balkan niet kan verdragen. ‘We hebben enorme bewondering voor de bouwers van toen. Wij zijn ook bruggenbouwers en we gaan helpen met alle middelen die ons ten dienste staan. De brug kan weer worden zoals die was en beter zelfs, hoewel hij natuurlijk niet meer dezelfde geschiedenis zal hebben.’ Ook Myrtó Despotidou, de voorzitter van de Panhelleense Unie van Architecten verklaarde zich solidair en actiebereid. Zij kaartte, nog enigszins omwonden, ook de schuldvraag aan van de instorting. ‘De brug is overduidelijk niet alleen gevallen door de regen. Het verlies is een goede gelegenheid om eens kritisch te kijken naar de bescherming van onze architectonische en culturele rijkdom.’

Verwaarlozing

Die kritische blik heeft Spyros Mandás allang geworpen. Hij is oprichter en voorzitter van het Centrum voor Studies van Stenen Bruggen en heeft praktisch zijn hele leven gewijd aan de bestudering van de 1200 stenen boogbruggen van Griekenland, waarvan nog 60% ‘staat’. ‘De rivier is niet de schuld!’ zegt hij tijdens een interview in I Kathimeriní. ‘Iets stroomopwaarts van de Árachthos liggen de bruggen van Papastathis uit 1742 en van Polytsá van een eeuw later, en alle twee hebben ze het gehouden. 

Lees verder in Lychnari 15/1 pp.14 e.v.