Frans van Hasselt. Een halve eeuw correspontdentschap in het land van rebétika en retsina

Agnes Dijk

‘Wat heeft AZ gisteren gedaan tegen Vitesse?’. Het is niet de eerste vraag die je zou verwachten als je een Griekse taverna binnenstapt. Maar wie met Frans van Hasselt gaat eten in ‘zijn’ taverna, een eenvoudig restaurantje gelegen in de Plaka, wordt bij binnenkomst verwelkomd met een gedetailleerde analyse van de Nederlandse eredivisie.

Iedere keer weer verbaast het me hoe de obers, die toch verder niet uitblinken inzake hun talenkennis, zonder over hun tong te struikelen onmogelijke namen als Giovanni van Bronckhorst, Khalid Boulahruz en Danny Landzaat uit hun mond laten rollen. Als een volleerd commentator kijkt Van Hasselt, een glas retsina in de hand, terug op gespeelde wedstrijden en doet voorspellingen voor de komende week. Wie had dat gezocht achter de man die al bijna een halve eeuw de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in Griekenland verslaat voor diverse Nederlandse kranten en media. ‘Het is een vicieuze cirkel’, verzucht hij glimlachend, ‘Ik moet de Nederlandse wedstrijden wel volgen, anders stel ik de jongens hier teleur’. Maar ook bij de voetbaldiscussies komt Van Hasselts politieke instinct af en toe nog boven. ‘Hoe kun je nou voor AC Milan zijn, de club van Berlusconi!’. Het tegenargument van de ober dat Jaap Stam bij datzelfde AC Milan speelt vindt in Van Hasselts ogen geen genade.

Tussen Griekse en Nederlandse cultuur

Het voetbalvoorbeeld is tekenend voor een aantal eigenschappen van Van Hasselt: zijn brede belangstelling, die zich niet beperkt tot het terrein van de Griekse politiek, maar zich uitstrekt over een uiteenlopende reeks van onderwerpen en niet in het minst tot de interesses van ‘de gewone man’, zijn vermogen de Nederlandse en Griekse cultuur moeiteloos met elkaar te verbinden en uit beide zijn ideale tussenvorm te destilleren (vraag hem nooit voor tien uur ’s avonds te gaan eten, maar biedt hem een stuk Hollandse oude kaas aan en hij gaat geheid door de knieën), en zijn trouw; trouw aan de Grieken, die hij sinds de eerste kennismaking niet meer in de steek gelaten heeft, trouw aan de Plaka, waar hij de eerste jaren woonde en nog steeds dagelijks komt, en trouw aan zijn taverna, die dank zij Van Hasselts uitgebreide vriendenkring een niet aflatende stroom van Nederlandse bezoekers te verwerken kreeg...

Lees verder in Lychnari 07/1+2, bladzijde 48 e.v.