Een formidabele prestatie
Han Collewijn
Geweldig nieuws voor iedere Nederlander die zich enigszins serieus met de Griekse taal wil bezighouden, en ook voor de Grieken die zich in het Nederlands willen verdiepen: het lang verwachte nieuwe woordenboek, een project van de Leerstoelgroep Nieuwgrieks en Byzantinologie van de Universiteit van Amsterdam, is verschenen! Het wachten duurde even maar het geduld wordt dubbel en dwars beloond. Je zou haast zeggen: gelukkig dat de redactie zich niet heeft laten opjagen tot een haastklus, maar stug is doorgegaan voor een resultaat dat staat als een huis.
Een eerste indruk van de twee kloeke delen (Nederlands-Grieks; NG en Grieks-Nederlands; GN) maakt meteen duidelijk dat hier sprake is van een doorwrocht, zeer volledig, uitstekend vorm gegeven en vooral heel praktijkgericht woordenboek dat zeer bruikbaar is voor zowel liefhebbers als vakmensen. Er is werkelijk sprake van een doorbraak; niets van dit formaat was tot nu toe voorhanden. Nederlands-Griekse (en v.v.) woordenboekjes (eigenlijk niet meer dan woordenlijsten; zie eerdere recensies in Lychnari 2003/1&4 en 2004/4) hadden een zeer beperkte dekking en betrouwbaarheid. Ook gaven ze slechts minimale contextuele toelichting en waren ze feitelijk onbruikbaar voor serieus vertaalwerk. Voor dat laatste was je gedwongen via een andere taal te werken, meestal de Engelse ‘Oxford Learner’s Dictionaries’ van Stavropoulos en Hornby. Echter, die zijn vooral geschreven voor Grieken die Engels studeren en het Engels is vaak zeer idiomatisch. Bovendien zijn de vertalingen Engels-Grieks nog al eens aanvechtbaar en vaak niet nader toegelicht qua gebruik. Meer gevorderden raadpleegden ook de Griekstalige lexica van Μπαμπινιώτης of Κριαράς, maar daar moest je de Nederlandse equivalenten natuurlijk zelf bij verzinnen.
Geploeter
Wat was dat vaak een geploeter. Stel dat je bij voorbeeld gezeur in het Grieks moest vertalen.
Lees verder in Lychnari 2009/1, pag. 13-15.