Yannis Ritsos: een moderne Homerus
Han Collewijn
Het poëtische oeuvre van Yannis Ritsos heeft een gigantische omvang: meer dan honderd gepubliceerde bundels, zich uitstrekkend vanaf 1934 tot veel nagelaten werk na zijn dood in 1990. Een aantal van deze bundels bestaat uit één lang gedicht, opgebouwd uit vele zangen, en meestal gewijd aan lof van de Griekse cultuur en de vrijheid, en protest tegen onrecht en onderdrukking. Een aantal daarvan is vooral bekend geworden door de liederencycli (Επιτάφιος, Ρωμιοσύνη, 18 Λιανοτράγουδα της πικρής πατρίδας) die op delen er van gecomponeerd werden door Ritsos’ grote vriend, zielsverwant en broeder in de politiek en in de kunst: Mikis Theodorakis.
Met hem deelde Ritsos de uitgesproken linkse politieke gezindheid en de opstandigheid tegen onrecht, en de daaruit voortkomende verbanning en opsluiting door achtereenvolgende rechtse, totalitaire regimes. We zouden Ritsos echter geen recht doen door hem eenzijdig als linkse protestdichter te zien. Centraal staat bij hem altijd de mens, die leeft in verbondenheid met de millennialange Griekse cultuur en de natuur van het Griekse landschap, en wiens leven verder bepaald wordt zowel door grote kwesties zoals de inrichting van de samenleving als door de tijdloze gevoelens en ervaringen van individuele mensen en hun relaties. Vanwege de omvang en het universele humane karakter van zijn werk wordt hij wel ‘de moderne Homerus’ genoemd.
Marjoleine de Vos, Wim Oudshoorn, Mark Klein en Han Collewijn komen regelmatig samen om zich te verdiepen in Nieuwgriekse poëzie en daar Nederlandse vertalingen van te maken, die zo getrouw mogelijk het taalgebruik en de betekenis van het origineel proberen te benaderen, zonder het poëtische karakter te verliezen.
Lees verder in Lychnari 09/3, bladzijde 30-32.