Het land kreunt, het dorp feest

Frans Happel

kreunt

Mathía is nauwelijks nog een dorp. Zo’n dertig jaar geleden telde het nog ruim vierhonderd inwoners. Maar daar, halverwege de 1000 meter hoge heuvel Lykódimos in het zuidwesten van de Peloponnesus, bleken er gaandeweg steeds minder middelen van bestaan. De jeugd trok weg, de middelbaren werden oud en de ouderen gingen dood. Zo gaat dat.

Mathía heeft nu nog precies 45 inwoners. Plus een kerk-met-klok, een heuse taverna en een nooit te vermoeden vereniging, die erin slaagt ieder jaar een carnavalsfeest te organiseren dat honderden bezoekers trekt. Terwijl de staat Griekenland zich in alle bochten wringt om geld te genereren, weten ze in Mathía de spaarpot steeds weer op een wonderbaarlijke manier te vullen.

Daarbij komt dat er in Mathía ook met carnaval enige stijl wordt nagestreefd. Vaak namelijk komt de Griekse leut erop neer, dat de maskers en de verkleedkleren als verhulling worden gebruikt voor alleen de suggestie van primaire driften. Heel populair bijvoorbeeld is altijd een namaak-papás, met onder de soutane een hilarisch grote piem die via een eenvoudig trektouwtje o zo leuk tevoorschijn kan rijzen.

In Mathía wordt er meer werk van gemaakt. Daar staat ieder jaar een bruiloft op het programma, met werkelijk alles erop en eraan. Natuurlijk is de bruid ten dienstε van het carnaval een man, en even natuurlijk is die dan behoorlijk veel groter dan de bruidegom, maar het wordt allemaal nèt niet te dik aangezet.

Lees verder in Lychnari 10/2, bladzijde 22 e.v.