PAS voor altijd
Wesly Mooij
Een persoonlijk verslag van een seizoen bij PAS Yánnina
Toen ik in de late zomer van 2004 naar Griekenland vertrok om daar een klein half jaar colleges te volgen aan de Universiteit van Ioánnina, was ik niet van plan om al mijn tijd in de collegebanken door te brengen. Ik meldde mij bij de campus met een koffer vol kleren en in mijn achterhoofd het plan om een voetbalclub te vinden die mij een tijdje in hun gelederen zouden dulden. Tot mijn eigen stomme verbazing heb ik een seizoen bij de jeugd van de legendarische voetbalclub PAS Yánnina onder de lat gestaan.
Een bevriende voetballiefhebber had mij voor mijn vertrek verteld dat PAS ook een amateurafdeling had. Het leek mij een hele eer om daarvoor te mogen uitkomen. Amper een dag na aankomst op de campus, regelde ik het telefoonnummer van de voorzitter van de afdeling. Aan het eind van een nogal pijnlijk telefoongesprek (ik heb grote moeite om Grieken aan de telefoon te verstaan), nodigde hij me uit om eens mee te trainen.
Nog diezelfde middag stond ik mij om te kleden in iets wat nog het meest leek op een bouwvakkerskeet. Om mij heen stonden jongens die duidelijk jonger waren dan ik. De oudste was, zo bleek later, negentien (twee jaar jonger dan ik toen was). In de deuropening van de keet stond de voorzitter te smiespelen met coach Epaminondas Bolos, die in de vroege jaren tachtig als middenvelder furore heeft gemaakt bij PAS. Ik ving een flard op van het gesprek. Met een knikje naar mij vroeg de voorzitter: ‘Kan dat nog wel?’ Bolos haalde peinzend zijn schouders op.
De dagen daarna werd me langzaam duidelijk wat er aan de hand was. Geteisterd door vele financiële problemen was het grote PAS gedwongen geweest om drastisch te bezuinigen. Een van de maatregelen was het gedeeltelijk afstoten van de eigen opleiding, die vervolgens als amateurafdeling door het leven ging (onder de naam erasitechnis PAS). Ik was aanbeland bij de oudste jeugd, de neï. Zij kwamen uit in de vita ethnikí (vergelijkbaar met de Nederlandse eerste divisie). Als ik dat had geweten, had ik mezelf nooit bij de voorzitter aangemeld, zo’n hoge pet had ik nu ook weer niet op van mijzelf. Aan keepers was blijkbaar een gebrek en na een aantal trainingen hoorde ik tot mijn verbijstering dat mijn naam genoemd werd bij de selectie van de eerste wedstrijd.
Kennismaking
Het was voor mij niet alleen een sportieve uitdaging om bij PAS te spelen. Twee jaar eerder was ik zonder noemenswaardige kennis van het Grieks begonnen aan de opleiding Nieuwgriekse Taal en Cultuur van de UvA, nu was het moment om te peilen in hoeverre de eindeloze colleges Taalverwerving wortel hadden geschoten.
Welnu, men kan gerust stellen dat ik voor die test grandioos gezakt ben. Men praatte ofwel zó plat en snel Grieks dat ik er geen touw aan kon vastknopen, ofwel een ietwat vreemde variant van Engels waar ik nog minder van begreep.
Lees verder in Lychnari 2011/1, p. 18 e.v.