Vies

Inge van Bommel-Manousakis

vies

Sinds 15 jaar maak ik, als schoondochter, deel uit van een Griekse familie en logeer ik tijdens de zomervakanties regelmatig bij ooms en tantes, neven en nichten. Tijdens die weken dompel ik me, samen met mijn gezin, onder in het Griekse dagelijkse leven en laten we ons gewillig leiden door de ijzeren regelmaat van de huishoudelijke beslommeringen. Ochtenden die in het teken staan van het bereiden van het middagmaal, de lome avonden waar alles draait om het sproeien van de tuin of het wieden van onkruid.

Nu heeft dat meedraaien in een Grieks huishouden beslist zijn leuke kanten. Zo kom ik elk jaar thuis met nieuwe recepten, potjes zelfgemaakte jam en handige tips voor de tuin. Maar als buitenlander word je tijdens die logeerpartijen ook geconfronteerd met de minder ontspannen gewoonten van de ‘locals’ en soms met – in mijn ogen – typisch Griekse eigenaardigheden. Zo verbaas ik mij elk jaar weer over de bijna panische angst van onze familie en vrienden voor vuil of – nog erger – om voor ‘viezerik’ te worden uitgemaakt. De Griekse vrouwen in ons gezelschap hebben altijd een onberispelijk opgeruimde huiskamer, legen dwangmatig asbakjes als er rokend bezoek is, wassen de ganse dag glazen af en vegen dagelijks hun stoepje of trappenhuis schoon. En wee het onfortuinlijke neefje dat tijdens het spelen een vlek krijgt op zijn schone shirt of de tanden zet in een ongewassen abrikoos. De stakker krijgt en plein public een stevige reprimande van moeder. 

Verschil in opvatting

Begrijp me niet verkeerd, Nederlanders houden ook van poetsen en boenen, daarin verschillen we niet veel van de Grieken. En dat is maar goed ook, want sinds de ontdekking van het bestaan van bacteriën, eind 19e eeuw, weet bijna de hele wereldbevolking dat we met simpele hygiënische maatregelen een heleboel nare ziektes kunnen voorkomen. Schoon is goed, dat staat buiten kijf. Maar die eensgezindheid houdt op zodra we elkaars schoonmaakprincipes onder de loep gaan nemen. Dan blijken onze meningen en gewoonten ver uiteen te liggen en ‘vies’ en ‘schoon’ rekbare begrippen te zijn. Wat de één ronduit smerig of ongezond vindt, hoeft namelijk niet als zodanig te worden ervaren door een ander of daadwerkelijk ook zo te zijn.

Lees verder in Lychnari 2011/5 pag. 12 e.v.