Hoofd en hart
Marietje Wennekendonk
Op 28 april vindt in het Mégaro Mousikís te Athene een bijzonder concert plaats. De Nederlandse sopraan Christiane de Waele zingt, begeleid door Russisch-Nederlandse pianiste Eleonora Semjonova werk van de Griekse componist Manolis Kalomiris naar aanleiding van diens vijftigste sterfdag.
Manolis Kalomiris werd in 1883 geboren in Smyrni in Klein Azië. Van jongs af aan kreeg hij muziekles en als 17-jarige vertrok hij reeds naar Wenen om daar een conservatoriumopleiding piano en compositie te volgen. Na voltooiing van die opleiding krijgt hij een baan in Rusland, waar hij van nabij kennis maakt met componisten van de Russische School (Rimski Korsakow, Moessorgski e.a.). Terug in Athene sticht hij daar een Grieks en later een Nationaal Conservatorium en componeert gedurende zijn lange leven symfonische - en pianowerken, opera’s en ander vocaal werk. Hoe komt een Nederlandse zangeres ertoe om juist van deze componist werk te willen zingen?
Griekse roots
Helemaal toevallig is het niet dat Chris de Waele muziek van een Griekse componist kiest om ten gehore te brengen. Haar Belgische grootvader F. Jozef de Waele, hoogleraar archeologie in Nijmegen, was getrouwd met een Griekse vrouw, Irini Lelekou (naamgenote en volle nicht van actrice Irini Papá). Bovendien was diens oudste dochter, Chris’ tante dus, ook weer met een Griek getrouwd en haar nichtjes spraken thuis Grieks. En ook giagiavwoonde naast Christianes ouders, dus het Grieks kreeg ze min of meer met de paplepel ingegoten. Zo kwam het ook dat ze, hoewel geboren uit een Nederlandse moeder en een slechts voor de helft Griekse vader, toch als kind op zaterdag naar de Griekse school ging.
Na de middelbare school wilde ze graag naar het conservatorium. Als puber had ze zelf het initiatief genomen om op pianoles te gaan en haar pianolerares, die tevens zangeres was, stimuleerde haar om te gaan zingen. Maar een professionele kunstopleiding paste niet bij de intellectuele ambities die haar ouders voor Chris hadden. Dat leek ‘zonde’ van haar zeer succesvol afgeronde gymnasiumopleiding en bovendien fysiek wellicht te zwaar. Ze ging dus rechten studeren en werd een succesvol advocate met een internationale carrière.
Maar het bleef kriebelen. Haar hart bleef uitgaan naar het zingen. Ze woonde en werkte al een tijd in Londen en besloot begin deze eeuw haar baan eraan te geven en zich om te scholen tot zangeres.
Inmiddels woont ze al weer een jaar of tien in Nederland, waar ze haar zangopleiding voortzette en aan verscheidene masterclasses deelnam. Op de vraag of ze zich nu meer zangeres of meer jurist voelt, is het antwoord volmondig: zangeres. ‘Als jurist functioneer je het beste als je je gevoel uitschakelt. En bij het zingen gaat het er juist om dat je mensen raakt. Niettemin is het natuurlijk reuze handig dat ik me ook in die andere richting heb kunnen ontwikkelen.’
Lees verder in Lychnari 2012/2 pag. 24 e.v.