Aphrodite's child

Daniël Koster

kreta

In vrijwel elke reisgids over Cyprus die je openslaat, vliegen de clichés je om de oren. Elke Cyprioot, of hij nu Grieks of Turks bloed door zijn aderen heeft stromen, zou overlopen van de traditionele Mediterrane gastvrijheid. Het zou rondgonzen van het kopiaste, wat vrij vertaald zoveel betekent als ‘kom er bij, schuif aan en neem een slok’, of het meer simpele hos geldiniz: ‘wees welkom’.

Er zullen inderdaad nog wel staaltjes van Homerische gastvrijheid voor de xenos voorkomen, maar in zijn algemeenheid kunnen we stellen dat de uitnodigingen, die de reisboekenschrijver  Colin Thubron in 1972 tijdens zijn 900 kilometer lange wandeltocht over het eiland nog ten deel vielen, een grote zeldzaamheid zijn geworden. Ook op Aphrodites child heeft de nieuwe zakelijkheid allang zijn intrede gedaan. Dat kan ook niet anders, want het Griekse zuiden heeft zich geheel ingesteld op de arrangementenindustrie, en die wordt nu eenmaal gekenmerkt door grote onpersoonlijke all inclusive betonbakken in de periferie van steden als Lemesós en Lárnaka.

Om een representatief beeld van het eiland te krijgen zijn minimaal veertien dagen nodig. Dat lukt echter alleen wanneer we over eigen vervoer beschikken. Het openbaar vervoer kent namelijk nog al wat beperkingen. Alleen tussen Lemesós (Limassol), Lárnaka en Lefkosía (Nicosía) zijn regelmatige busverbindingen. De paar ritten per dag van Lemesós of Lefkosía naar de dorpen en kerken in het Tróödosgebergte zijn alleen te gebruiken als we er enkele overnachtingen aan vastplakken of gebruik maken van taxi’s. Verder is een autoloze toerist afhankelijk van de service-taxi’s. Die halen je op bestelling op van je logeeradres. Helaas doen ze dat dus ook voor andere passagiers, zodat een ritje behoorlijk uit kan lopen. Het is dus wel zo comfortabel een centrale positie op het eiland als basis te kiezen.

Sea, sun en sex

Cyprus voldoet geheel aan de heilige drieëenheid van het massatoerisme, dus de aanwezigheid van sea, sun en sex. Dus prijkt op het logo van de Cypriotische Toeristen Organisatie (CTO), naast zeewater en zon, ook een gestileerde Afrodite. Dat heeft de CTO  niet belet er met slogans als ‘het eiland van Afrodite’, ‘het eiland van de liefde’ en nog bizarder ‘het eiland waar de goden vakantie houden’, er een schepje bovenop te doen. Volgens mythografen als Hesiodos werd Afrodite moederloos geboren uit het zaad van Ouranos, de hemelgod die op aandrang van Gaia, Moeder Aarde, door de Titaan Kronos, een van zijn zonen, met een enorme sikkel werd gecastreerd. Daarbij kwamen zijn geslachtsdelen met een wijde boog terecht in zee en transformeerden in schuim, waaruit een maagd verrees. Via het eiland Kythira kwam ze bij Cyprus terecht en stapte bij wat nu de Petra tou Romioú heet op Cypriotische bodem.

De voornaamste toeristische centra zijn van oost naar west Ayía Napa, Lárnaka, Lemesós en Pafos. Ayía Napa heeft zich in het seizoen ingesteld op het clubtoerisme en steekt daarmee zelfs Ibiza naar de kroon. De oude centra van steden als Lárnaka en Lemesós zijn mede door de toestroom van de vluchtelingen al lang overwoekerd door uniforme betonwoestijnen, die op hun ecologische grenzen zijn gestoten. In Pafos is, mede door de aanwezigheid van de vele oudheden, de ontwikkeling redelijk onder controle gehouden. Gelukkig zijn er tal van ontsnappingsmogelijkheden uit de wereld van de all inclusive.

Vermengde culturen
Cyprus, in grootte het derde eiland van de Middellandse Zee, draagt geografisch gesproken Aziatisch ondergoed, maar door de loop der historie een jas met Europese epauletten. Gelegen op het kruispunt tussen Europa, Afrika en Azië, heeft het zo veel culturele kruisbestuivingen ondergaan dat een cultuurliefhebber een tijdreis maakt door negen millennia menselijke activiteiten.

Lees verder in Lychnari 12/5, pag. 14 e.v.