De Gouden Dageraad in Griekenland

Agnes Dijk

chrisi

De Griekse politiek was nooit saai, maar sinds de extreemrechtse Chrysí Avyí (Gouden Dagenraad) haar intrede heeft gedaan in het Griekse parlement is het politieke speelveld nog tumultueuzer geworden. Gewapende volksvertegenwoordigers, parlementsleden die klappen uitdelen, onstuitbare scheldkanonnades hoofdzakelijk gericht tegen ‘links’ en migranten, Hitlergroeten en de ontkenning van de Holocaust vanaf het spreekgestoelte van het parlement.

De partij van Nikos Michaloliakos laat zich weinig aan conventies en taboes gelegen liggen en presenteert zich met succes als een tegenhanger van het politieke establishment. Toch kan de partij niet zonder meer in het rijtjes worden geplaatst van de rechts-populistische partijen die in veel Europese landen in opkomst zijn als gevolg van de onvrede over de economische malaise, immigratie, en ‘Europa’. De Chyrsí Avyí heeft weliswaar bredere populariteit verworven tijdens de huidige crisis, zij heeft haar wortels in een veel verder Grieks verleden: dat van de bloedige burgeroorlog en de kolonelsjunta.

Junta

De 56-jarige huidige leider en oprichter van de Chrysí Avyí, Nikos Michaloliakos, groeide op in het zwaar gepolariseerde Griekenland van na de burgeroorlog (1946-1949). Het land was na de definitieve nederlaag van de communisten tot op het bot verdeeld tussen links en rechts, en de vrees voor de terugkeer van ‘het communistische gevaar’ overheerste bij de rechtse machthebbers. De combinatie van een diep verdeelde samenleving en een gebrekkig functionerende democratie zou op 21 april 1967 uitmonden in de coup van de kolonels en zeven jaar dictatuur, de tweede in minder dan vijftig jaar tijd.

Het was ten tijde van de kolonelsjunta dat Michaloliakos zijn loopbaan binnen de uiterst rechtse politiek begon; reeds op zestienjarige leeftijd werd hij lid van de neofascistische Vier Augustus-beweging van Konstantinos Plevris. Ook na de val van het kolonelsbewind werd de overtuiging dat het communistisch gevaar met alle middelen bestreden moest worden in extreemrechtse kringen breed gedeeld en Michaloliakos hield zich tijdens zijn studentenjaren actief met die bestrijding bezig. In 1974 werd hij voor het eerst gearresteerd wegens geweld tegen journalisten tijdens de uitvaart van de door de terreurorganisatie 17 November vermoorde juntafunctionaris Mallios. In 1978 werd hij opnieuw opgepakt, ditmaal op verdenking van deelname aan een nationalistische terreurorganisatie die een reeks bomaanslagen had gepleegd, onder meer bij twee grote bioscopen in Athene waar films uit de Sovjet-Unie werden vertoond.

Lees verder in Lychnari 13/3 pag. 36 e.v.