Verkiezingen zonder winnaar

Agnes Dijk

Tsipras Samaras

Het had de grote tweestrijd moeten worden tussen de belangrijkste rivaliserende kampen: Samarás versus Tsipras, hervormingsgezindheid versus behoudzucht, vrijemarktwerking versus etatisme, een pro-Europese houding versus euroscepsis. To be or not to be in the EU, dat was de vraag waar het om draaide bij de gemeenteraads- en Europese verkiezingen die op 18 en 25 mei jl. in Griekenland werden gehouden. Althans, zo werd het door politici van de regerende Nieuwe Democratie (ND) en de grootste oppositiepartij Sýriza aan de kiezers voorgeschoteld. Die kiezers, zo blijkt evenwel uit het verkiezingsresultaat, dachten daar anders over.

Als er één conclusie kan worden getrokken dan is het wel dat de versnippering van het politieke landschap in Griekenland zich voortzet en dat de tijd van twee dominerende machtsblokken definitief voorbij is. Dat is niet per se een negatieve ontwikkeling, maar wel een voorbode van langdurige politieke instabiliteit.

Hoewel zowel premier Samarás als Sýriza-leider Tsipras de overwinning claimden (een universele neiging van politici, die vaak losstaat van het werkelijke verkiezingsresultaat), was er in werkelijkheid niet één winnaar aan te wijzen. Weliswaar werd het links-radicale Sýriza bij de Europese verkiezingen met 26,6% van de stemmen groter dan de regerende ND (22,7%), maar ten opzichte van de landelijke verkiezingen van 2012 boekte de oppositiepartij nauwelijks winst. Bovendien deden door de ND gesteunde kandidaten het boven verwachting goed bij de gemeenteraads- en provinciale verkiezingen, terwijl Sýriza-kandidaten slechts 2 provincies in de wacht wisten te slepen en in geen enkele grote stad de grootste werden. Niet de politieke aardverschuiving dus waar Tsipras op gehoopt had, maar ook geen massale steun voor de door Samarás bepleite hervormingsagenda.

Toch legde de stembusuitslag een aantal belangrijke politieke ontwikkelingen bloot, waarvan de meest opzienbarende en verontrustende de winst van de neofascistische Chrysí Avyí (Gouden Dageraad) is. De partij haalde bij de Europese verkiezingen 9,4% van de stemmen en consolideert zich daarmee als derde partij van het land en een serieuze factor in de Griekse politiek. In Athene stemde maar liefst 16% op de mediagenieke burgemeesterskandidaat van de Chrysí Avyí, Ilías Kasidaris – vier jaar geleden moest de toenmalige Chrysí Avyí-kandidaat en leider van de partij Nikos Michaloliakos het nog met 5% van de stemmen doen. De partij komt nu met 4 zetels in de Atheense gemeenteraad. terwijl ze zich ook in 12 van de 13 provinciale besturen voor het eerst vertegenwoordigd ziet. Daags na de verkiezingen buigen analisten en commentatoren zich vertwijfeld over de vraag hoe het kan dat bijna tien procent van de Griekse bevolking stemt op een partij waarvan kopstukken openlijk racistische uitspraken doen, zich vereenzelvigen met het nazisme en de Jodenvervolging ontkennen.

Anti-establishment

Anders dan twee jaar geleden, toen Chrysí Avyí voor het eerst in het parlement terechtkwam, kan niet langer worden volgehouden dat de kiezers in onwetendheid verkeerden over de ware aard van de partij. Sinds de aanhouding van partijleider Michaloliakos en diverse andere Chrysí Avyí-kopstukken naar aanleiding van de moord door een partijlid op een linkse rapper in september 2013, is in de media een stroom aan berichten verschenen over de criminele praktijken van de partij, het antidemocratische en gewelddadige karakter ervan, en de nazistische en antisemitische sympathieën van haar leden. De kiezers wisten kortom precies wat voor vlees zij in de kuip hadden, maar gaven desondanks hun stem.

Lees verder in Lychnari 14/3 pp. 7 e.v.