Sofia Voutsaki, een Griekse archeologe in Groningen
Paulien de Roever
Sofia Voutsaki, een Griekse archeologe die je in Groningen kunt tegenkomen. Ze is hoogleraar daar aan de Rijksuniversiteit bij het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA). Je kunt colleges bij haar volgen over de prehistorie van het Egeïsche gebied en klassieke archeologie.
Sofia houdt zich vooral bezig met de prehistorie van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd. Archeologie is tegenwoordig meer dan het bestuderen van typen aardewerk, afbeeldingen daarop, standbeelden en beeldjes, en hoe die stijlen in de loop der tijden veranderden. De rol van al die objecten voor de samenleving van toen krijgt nu veel meer aandacht. Er is een rol weggelegd voor natuurwetenschappelijke methoden. Zo valt veel te halen uit DNA-analyse. Analyses van stabiele isotopen van stikstof en koolstof uit opgegraven botmateriaal kunnen aanwijzingen geven over dieet, gezondheid, ziektes, verwantschappen, milieu en leefomstandigheden. Ze behandelt op colleges ook theorie in archeologie (theorie van grafgebruiken, archeologie van gender en huishouden, beeldanalyse), de geschiedenis van de Griekse archeologie en de ideologische omgang met het verleden in de moderne tijd.
Maar allereerst, hoe komt iemand zo vanuit Griekenland in Groningen terecht, vraag je je af. Dus een afspraak gemaakt, haar werkkamer binnengestapt en er maar eens naar gevraagd.
Haar gang ging niet rechtstreeks van Griekenland naar Groningen, maar via Cambridge. Liefde voor de archeologie heeft ze van huis uit meegekregen, dus na de middelbare school volgde een studie archeologie in Athene (1979-1984), afgerond door een master in Cambridge (1985) en promotie in 1992. Meteen daarna kon ze daar aan het werk als docent. Maar hoe gaan die dingen, er gaat een leuke jongen uit Leiden in Cambridge aan de studie, in min of meer hetzelfde, dan wel verwant vakgebied en van het een komt het ander: huwelijk (1993) en kinderen (dochter 1997, zoon 1999).
En een leven als man, vrouw en kinderen – het is nooit vrouw, man en kinderen – is toch het aangenaamst als je allen bij elkaar woont. Maar waar zouden beiden in hun vakgebied in dezelfde stad aan het werk kunnen? In Cambridge was dat niet mogelijk, een baan voor de een in Leicester en de ander in Cambridge, een weekendhuwelijk dus, was geen optie. Bovendien is het leven Engeland veel duurder, vooral het onderwijs, een goede school voor de kinderen is haast niet te betalen. Een baan in Griekenland? – Sofia zou wel willen, en 20 jaar geleden zou dat ook nog wel gelukt zijn. Er zijn toen veel kleinere provinciale universiteiten opgericht, maar in eerste instantie was het werk contractarbeid voor een schamel loontje. En ook zou Onno, als buitenlander, er in Griekenland niet tussen komen, je raakt niet ingeburgerd, je hebt geen connecties, de politiek wil je niet.
Na verschillende aanstellingen hier en daar kon Onno in 2000 een aanstelling krijgen als hoogleraar oude geschiedenis, klassieke talen en culturen in Groningen, dus Sofia en de kinderen kwamen mee naar Groningen. Maar Sofia zonder werk in de archeologie is niet denkbaar. In Griekenland is archeologie ‘a way of life’.
Lees verder in Lychnari 15/3 p. 18 e.v.