Umbrella Island
Bijzondere ontmoetingen op Korfoe
Mario Molegraaf | Foto: Iris de Gans
Korfoe telt een miljoen olijfbomen en tienduizend cipressen, 115.000 inwoners en heel veel toeristen. Dat laatste was voor mij lang reden om weg te blijven van het eiland. Nu ging ik toch en de kennismaking proefde naar meer.
Een verfijnd maal op het plein. De gierzwaluwen gieren en de kinderen klieren. Met de ogen dicht waan je je in Italië. Met de ogen open trouwens ook, je ziet uit op een stoer stadhuis in Venetiaanse stijl. Alleen wapperen er Griekse vlaggen, nota bene vanaf een rooms-katholieke kerk, blijkbaar om verkeerde gedachten in de kiem te smoren. Het is een voorjaarsavond in Kérkyra, de hoofdstad van het gelijknamige eiland, gewoonlijk Korfoe genoemd. De bewoners stromen toe, de toeristen zijn bijna allemaal verdwenen uit wat misschien de mooiste stad van Griekenland is, al valt het Griekse niet op.
Ook het eten proeft anders op het terras van restaurant ‘Dimarchío’ (Stadhuis). Sardientjes van de grill, maar dan van graatjes ontdaan en begeleid door een subtiele salade. Ravioli met opwindend smakende zeevruchten. Vis overdekt met een rode saus met pepers, bourdetto heette het gerecht op de kaart, in Griekse letters maar zonder Griekse klank. Een ongewoon Griekenland, de afwijkende geschiedenis van Korfoe weerspiegelt zich in het voedsel.
Korfoe biedt veel gastronomische genoegens. Kumquat, de likeur van de kleine citrusvruchten. Gemberbier, tsitsibira, even bruisend als de naam, limonade en toch lekker. In Kato Korakiana vind je ‘Etrusco’, sinds jaren het beste restaurant van Griekenland. Eigenaar Ettore Botrini gaf de keuken van zijn Korfoe een verrassende draai. Bourdetto, maar dan met een verschil. Sofrito, eigenzinnig bekeken. Een persoonlijke benadering van pastitsada. Zelfs in de treurigste toeristenoorden houden sommige restaurants vrolijk vol en bevelen ze de specialiteiten van Korfoe aan. Alsof men wil zeggen: probeer eindelijk eens wat anders dan elke avond pizza. Het culinaire hoogtepunt van het eiland is de markt van Kérkyra-stad, met een aanbod dat me een steek van afgunst bezorgt. Had ik hier maar een huis in plaats van een hotelkamer. Van de geweldige groentes in de kramen zie je in restaurants namelijk zelden iets terug.
Een stille strijd om het eigene te bewaren, dat is het verhaal van het toerisme op Korfoe. Juist het authentieke trekt toch weer nieuwsgierigen. We waren al vroeg in het dorp Sinarades met een heerlijke grabbelton van een folkloristisch museum. Maar de onbedorvenheid bleek een illusie, later verschenen de busjes en blote basten wel degelijk. Zelfs in een kerk zetten Duitse reisleiders het op een schreeuwen. Mijn ingreep leverde me warme woorden op van twee elegante Russinnen die ikonen kwamen kussen en warempel ook instemming van een paar leden van het gezelschap.
Paraplu
Ik kan het me bijna niet meer voorstellen, maar ik moest wennen aan Korfoe, volgens mijn reisdagboekje. Vanwege de vele regen bedacht ik de bijnaam Umbrella Island, ook al omdat op de landkaart het eiland aan een geopende paraplu doet denken.
Lees verder in Lychnari 16/2, pp. 34 e.v.